zaterdag 15 februari 2014

Grandprix 2 Zweden

De datum die al het hele seizoen (of eigenlijk zelfs al bijna een heel jaar, omdat het wedstrijdprogramma eind januari/begin februari al jaren gelijk is) rood omcirkeld stond in mijn agenda was zaterdag 1 februari. Dan zou het moeten gebeuren, de Alternatieve Elfstedentocht (AET) op de Weissensee, en na twee top-10 klasseringen bij de vorige twee edities wilde ik nu kijken of ik in staat zou zijn om misschien wel op het podium te eindigen. De hele zomer had ik hard getraind, met de AET in mijn achterhoofd. De hele winter veel gefietst, met de AET in mijn achterhoofd. En toen was het zo ver, we reisden af naar Oostenrijk, en net na het ONK op woensdag bleek dat de tocht niet op zaterdag maar al op vrijdag zou worden verreden. De weersverwachting was slecht voor zaterdag, en dus moest team CENNED het schema een klein beetje aanpassen. Donderdag viel er al veel sneeuw, en ook voor die nacht werd veel sneeuw voorspeld. ’s Avonds bij de ploegbespreking werd uitgebreid gelachen bij de gedachten aan anderhalve meter sneeuw, en hoe onze kleine ploegleidster zich daar door heen moest worstelen. Maar zo veel sneeuw zou er toch nooit kunnen vallen?! Toch wel, want toen we de volgende ochtend vroeg werden gewekt door onze wekker, bleek dat de tocht was afgelast; te veel sneeuw waardoor de ijsmeester het ijs niet goed schoon wist te houden, en er heel veel water op het ijs was gekomen. &^%$#@#$%^&*(*& er vlogen behoorlijk wat vloekwoorden door mijn hoofd, dit was niet waar ik op had gehoopt. Het kostte wat moeite, maar de focus ging dan maar op de wedstrijd in Zweden.

Maar voor we naar Zweden zouden reizen, stond er nog een Grandprix wedstrijd in Nederland op het programma: in Biddinghuizen op zondag 9 februari. Maar het is voor schaatsers toch echt een horrorwinter, want harde wind en veel regen zorgde voor de tweede aflassing van een wedstrijd. Er lag bijna geen ijs, en dus werd uit veiligheidsoverwegingen de wedstrijd verplaatst naar zondag 23 februari. En dus was het zo dat we op zaterdag 15 februari in Zweden pas de tweede (in plaats van vierde) wedstrijd van de Grandprix reden. Ook hier gold overigens dat er af en toe geruchten gingen dat deze wedstrijd niet door zou gaan vanwege het slechte weer in Zweden. En nee, niet slecht omdat het heel koud was, nee slecht omdat het ook in Zweden warm was en er slechts 20cm (in plaats van zeker 50cm) ijs lag. Op vrijdag werd al even het parcours verkend, het was inderdaad dooi-ijs, en het beloofde een zware wedstrijd te worden op zaterdag.

En toen gingen we eindelijk van start. Er stond veel wind, het was dus zaak om meteen goed voorin te zitten, want ze zouden het wel eens meteen op de kant kunnen zetten net zoals ze dat bij het wielrennen wel eens doen. En bij wind in de rug moest je ook goed opletten, want daar zou het hard gaan en de gaten vallen. De eerste ronde werd er toch nog wat afwachtend gereden. Aan het begin van de tweede ronde werd er al wat tempo gemaakt, ik zat goed voorin en ook Margryt had een goede positie. Ik draaide netjes mijn kopbeurten mee, er werd gedemareerd, ik sprong mee, maar we kwamen niet weg. Ik zakte naar achteren, en op datzelfde moment ontstond er aan de andere kant van de baan weer een kopgroepje. Ik zat opgesloten, en Margryt zag het helaas niet. Ik reed om het peloton heen, naar voren en probeerde het gaatje te overbruggen. Maar door de harde wind lukte het niet, en toen ik van kop af kwam hield iedereen zijn benen stil. Zucht, ja, iedereen had er iemand bij zitten, dus riep ik Margryt. Zij reed een stuk op kop, maar ook zij kwam niet dichterbij. Zelf probeerde ik het nog een keer, maar zonder succes. Even uitrusten, en op zoek naar wat dames die zo misschien nog wel willen springen. Dat gebeurde, maar ook dan precies op de momenten dat ik verkeerd zat. En dus miste ik de grote kopgroep, (*&^%$#@$%^&*(. Dat was niet de bedoeling, maar ik kon er niets meer aan doen. En dus reed ik in het tweede groepje de wedstrijd uit. Ik sprintte nog wel naar een 10e plek, maar ja ik had natuurlijk eigenlijk gewoon in die kopgroep moeten zitten.
Margryt kreeg het meteen moeilijk nadat ze mij had geholpen op kop in de achtervolging en kwam alleen te zitten. Niet veel later zag ze voor haar een groepje achterblijver ontstaan, maar het was ver weg. Maar Margryt zou Margryt niet zijn als ze niet bedacht had dat ze daar toch wel naar toe kon rijden. Ronde na ronde reed ze alleen, en zag ze dat het gaatje (wat volgens iemand in het publiek wel 3 minuten was) kleiner en kleiner werd. Onze bikkel reed in haar eentje het gat dicht, al kostte haar dat veel energie en kracht. Ze reed met kramp rond, kon aansluiten, maar in de eindsprint niet meer mee strijden voorin; ze werd uiteindelijk 23e.

Voor nu zit er niets anders op dan ons focussen op de laatste twee cup wedstrijden (in Heerenveen en op de Coolste Baan in het Olympisch Stadion in Amsterdam) en de finale van de Grandprix in Biddinghuizen (als het weer nu tenminste wel mee wil werken). Daar gaan we nog een paar mooie wedstrijden van maken!

Groetjes, Birgit